Een eenvoudige, goedkope, informele en snelle rechtsgang is de procedure op grond van artikel 96 Rv. Deze procedure biedt de mogelijkheid voor partijen om zich gezamenlijk tot een kantonrechter van hun keuze te wenden om hun geschil te beslechten. [1]

Voorwaarden voor het voeren van deze procedure zijn de volgende.

  • Het moet gaan om geschillen die zijn ontstaan of zullen ontstaan naar aanleiding van een rechtsbetrekking die ter vrije bepaling van partijen staat;[2]
  • Partijen moeten overeenstemming hebben over de aan te zoeken kantonrechter;
  • De overeenstemming moet nádat het geschil is ontstaan tot stand zijn gekomen;
  • Er kan geen hoger beroep worden ingesteld tegen het oordeel, tenzij partijen zich dat beroep hebben voorbehouden.[3]

De wijze waarop het geding wordt gevoerd is aan de kantonrechter, waarbij de kantonrechter verzoeken van partijen zal laten meewegen bij zijn beslissing over de wijze waarop de procedure zal gaan verlopen. Dit kan onder meer betrekking hebben op de wijze waarop partijen hun standpunt uiteenzetten dan wel dat er wel of geen mondelinge behandeling zal komen en of de situatie ter plaatse wordt bezocht. De kantonrechter zal hierbij bewaken dat partijen in gelijke mate de mogelijkheid krijgen hun standpunt naar voren te brengen en er ook verder sprake zal zijn van een behoorlijke procesvoering. De kantonrechter is verder vrij in het wel of niet toepassen van de wettelijke bewijsregels, tenzij partijen anders overeenkomen.[4]

Er is geen verplichte procesvertegenwoordiging. De uitspraak levert een executoriale titel op en kan daardoor gewoon ten uitvoer worden gelegd.[5]

Pilot bij burenruzies en VvE’s

Op grond van deze wijze van recht spreken wordt nu actief onderzocht of dit tot snellere oplossing van conflicten kan leiden als ook tot effectievere rechtspraak.

Den Haag heeft een pilot met de naam De Wijkrechter opgezet, welke pilot in elk geval nog tot 2020 duurt. Hiertoe is een reglement vastgesteld. Aan de Wijkrechter kunnen diverse conflicten worden voorgelegd, waaronder:

  1. conflicten tussen buren denk aan conflicten over schuttingen of overlast;
  2. conflicten met de woningcorporatie over gebreken in de woning; en
  3. conflicten tussen leden van Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) over besluiten of bepaalde afspraken die niet worden nagekomen door leden van de VvE.

De rechter wordt dan in deze pilot geen kantonrechter, maar ‘wijkrechter’ genoemd.

Voorwaarde voor deze procedure is dat partijen al geprobeerd hebben het conflict op te lossen.

Ook moeten beide partijen hebben ingestemd met het voorleggen van het conflict aan de Wijkrechter.

De te volgen procedure bij de wijkrechter blijkt uit een specifiek reglement. Voor meer informatie verwijs ik graag naar de brochure De Wijkrechter [6] en naar een overzicht van ‘Veel gestelde vragen over de wijkrechter’ op de site van rechtspraak.nl.[7]

Elders in het land wordt ook geëxperimenteerd met deze vorm van recht wijzen, waaronder de regelrechter (rechtbank Rotterdam) en de bouwrechter (rechtbank Noord-Holland). De wijkrechter, regelrechter & bouwrechter is en blijft de kantonrechter en de te volgen procedure is en blijft de onder artikel 96 Rv bedoelde procedure.

Voorbeeld van een procedure bij de wijkrechter

Een voorbeeld van een procedure ex artikel 96 Rv die bij de hiervoor omschreven wijkrechter is gevoerd treft u aan in de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, sector kanton, van 21 juli 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:8889.

Verzoeker, eigenaar van het appartement dat hij bewoont, ondervindt geluidsoverlast van medeverzoekster, huurster van het appartement dat zij bewoont. Verzoeker en mede verzoekster hebben vervolgens de wijkrechter verzocht een oordeel te geven over de vraag of medeverzoekster zodanige geluidsoverlast veroorzaakt vanuit haar woning dat zij daar mee dient te stoppen, op straffe van een dwangsom.

Na indienen van het aanmeldformulier door verzoeker hebben partijen beiden ingestemd met de procedure onder de naam ‘De Wijkrechter’. Hierdoor is het Procesreglement Project De Wijkrechter van toepassing geworden.[8] Vervolgens is de procedure gevoerd bij een kantonrechter/ wijkrechter.

Er zijn 2 mondelinge behandelingen gehouden. De eerste bij de beheerder van het complex en de 2e keer in het wijkcentrum. Ook is er nog tussendoor gecorrespondeerd met de wijkrechter. Vervolgens is er een vonnis gewezen.

De standpunten van verzoekers ter zake de overlast blijkt uit r.o 3.3 en 3.4.
Bij de beoordeling overweegt de kantonrechter/wijkrechter wat wel en wat niet naar maatschappelijk opvattingen aanvaardbaar is. Die toets is niet anders dan bij een ‘gewone’ procedure.
De kantonrechter/wijkrechter overweegt vervolgens dat, gelet op de enigszins gedateerde bouwkundige staat van het appartementencomplex, leef geluiden uit de andere woningen moeten worden aanvaard. Vervolgens wordt geoordeeld door de kantonrechter/wijkrechter dat ten deze niet is aangetoond dat er sprake zou zijn van leef geluiden die naar aard, omvang en frequentie daarvan (alsmede naar het tijdstip waarop die geluiden worden waargenomen) zouden kunnen worden gekwalificeerd als overlast gevend. Graag had de kantonrechter/wijkrechter nog de situatie ter plaatse zelf opgenomen. Hieraan hebben verzoekers echter geen medewerking verleend.

Op grond van dit alles heeft de kantonrechter/wijkrechter niet tot het oordeel kunnen komen dat er sprake is van onrechtmatige hinder. De medeverzoekster is dan ook niet veroordeeld maatregelen te nemen. De kosten van de procedure hebben elk van de partijen ieder voor zich moeten dragen.

Conclusie in relatie tot de artikel 96 Rv procedure

De artikel 96 Rv procedure wordt nog niet veel toegepast. Goed dat er experimenten zijn voor een bredere toepassing daarvan. Ik meen dat voor bepaalde geschillen beslechting via de wijkrechter en/of de artikel 96 Rv procedure een uitkomst kan zijn. Het is oplossingsgerichte rechtspraak; waarbij een persoonlijke aanpak voorop staat. Deze procedure zal naar mijn mening eerder tot duurzame oplossingen kunnen leiden dan dat er een ‘gewone’ procedure wordt gevoerd. Alleen al omdat partijen vooraf met deze wijze van beslechting moeten instemmen.


Voetnoten

[1] GS Burgerlijke Rechtsvordering, art. 96 Rv,
[2] Voor rechtsbetrekkingen waarbij de openbare orde in het geding is of zaken betreffende de staat van een persoon, is het niet mogelijk te procederen op grond van artikel 96 Rv.
[3] Dit laatste kan alleen als hoger beroep volgens de regels van rechtsvordering ook voor de betreffende vordering openstaat. De grens voor hoger beroep is op grond van art. 332 Rv € 1.750,=.
[4] Indien de bewijsregels buiten beschouwing worden gelaten dan kan dit de procedure aanzienlijk verkorten.
[5] Zie ook artikel van P.E. Ernste, Artikel 96 Rv: rechtspraak op maat? Trema nr 5 2012 Sdu Uitgevers
[6] https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/brochure-de-wijkrechter.pdf#search=wijkrechter
[7]  https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Den-Haag/Regels-en-procedures/Paginas/Veelgestelde-vragen-over-de-wijkrechter.aspx#fd0a6c8d-bce8-43e2-b6cf-1534d94150517dd0544e-78ef-4a31-9c62-4ddcbe6f71dd1
[8] https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/procesreglement-wijkrechter-rb-den-haag.pdf#search=Procesreglement%20Project%20De%20Wijkrechter.