LJN BX 9890 Hof Leeuwarden 2 oktober 2012

De eigenaren van een grondgebonden recreatiewoning, die in geen contractuele relatie staat tot de exploitant van het recreatiepark, blijft gehouden tot een bijdrage in de kosten van collectieve voorzieningen op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Hier is geen sprake van een VvE, zodat er geen verplichting van rechtswege is op grond waarvan eigenaren van woningen dienen bij te dragen in de kosten.

Het hof motiveert dat als volgt. Bij de beantwoording van de vraag in hoeverre de eigenaren geacht moeten worden te hebben geprofiteerd van de verrichte diensten, komt mede belang toe, ingevolge de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid, aan de inhoud van de voornoemde exploitatieovereenkomst. Tot die inhoud behoort dat het de eigenaren niet vrijstond eenzijdig ervoor te kiezen slechts een gedeelte van de diensten aangaande de collectieve voorzieningen te ontvangen, bijv. slechts die diensten waarvan zij feitelijk gebruik maakten of wensten te maken. Een bevoegdheid tot gedeeltelijk niet ontvangen zou in strijd zijn met de ratio van het desbetreffende kettingbeding in de exploitatieovereenkomst, te weten dat de afzonderlijke delen van het park alleen kunnen functioneren indien en zolang het geheel functioneert en bekostigd wordt. De eisen van redelijkheid en billijkheid brengen volgens het hof mee dat het de eigtenaren ook met betrekking tot de periode vanaf april 2004 niet vrij stond naar eigen believen te bepalen dat zij sommige van deze diensten niet of slechts ten dele zouden afnemen. De bungalows van eigenaren maken deel uit van het park en eigenaren hebben van meet af aan geweten dat tot het park ook collectieve voorzieningen behoren en dat zij zich niet eenzijdig konden onttrekken aan het ontvangen van sommige van de dienaangaande door de exploitant verrichte diensten. Ook gezien de aard van het park moet worden aangenomen dat de diensten aangaande de collectieve voorzieningen gemeenschappelijk door onder meer alle bungaloweigenaren werden ontvangen en dat aan een individuele bungaloweigenaar niet de bevoegdheid toekwam daarvan eenzijdig af te wijken.

Vergelijk deze uitspraak met LJN BY2902, Hof Den Haag 6 november 2012 en LJN BY5278, Rb. Rotterdam sector kanton 5 oktober 2012, beide met noot op VvERecht.nl

Klik hier voor de volledige uitspraak.