Het college van B&W van Utrecht wil het splitsen van woningen in sommige delen van de stad tegengaan. Aanleiding daartoe vormen toegenomen klachten uit de omgeving. Het college stelt voor om bestemmingsplannen in bepaalde delen van de stad aan te scherpen, waardoor splitsen niet meer mogelijk is. In de notitie ‘splitsen en omzetten’ van oktober 2011 is uiteengezet hoe de gemeente dit doel wil bereiken.

Een van de middelen is het vaststellen van een zogenaamd facetbestemmingsplan. Dat is een bestemmingsplan, dat slechts één onderdeel van een bestemmingsplan regelt en dat voor meerdere bestemmingsplannen van toepassing verklaard wordt.  Om te voorkomen dat in de aanloop naar de vaststelling van dat bestemmingsplan woningen alsnog zullen worden gesplitst, zal de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit nemen. Het verbod treedt daardoor al eerder in werking.

Welke voorschriften exact in het facetbestemmingsplan opgenomen zullen worden, volgt niet uit de notitie. Daar wordt slechts melding gemaakt van ‘bijzondere gebruiksregels’. Omdat de gemeente kiest voor een facetbestemmingsplan, zullen de plankaarten bij de thans geldende bestemmingsplannen niet gewijzigd worden. Als dat wel zou gebeuren, dan zou op elke plankaart bij de huidige bestemming ‘wonen’ de aanduiding ‘E’ kunnen worden toegevoegd, wat duidt op een eengezinswoning. In dat geval is splitsing in meerdere appartementen of onzelfstandige wooneenheden in strijd met de bestemming. In een facetbestemmingsplan zal die norm worden uitgeschreven, voorzien van een ontheffingsmogelijkheid.

Net als bij omzettingsvergunningen (van eengezinswoning naar onzelfstandige woonruimte) kunnen overgangsperikelen optreden. Denk daarbij aan woongebouwen die feitelijk in gebruik zijn met meerdere zelfstandige wooneenheden, maar die niet eerder bouwkundig of kadastraal geplistst zijn. Na de inwerkingtreding van het facetbestemmingsplan zal voor dat soort situaties overgangsrecht gelden. De vraag is echter of dat ook geldt indien aanvullende bouwkundige werkzaamheden moeten worden verricht alvorens de omgevings- en splistingsvergunning verkregen kan worden. Het college schrijft in de inleiding, dat het nieuwe beleid geen betrekking heeft op de voorraad van beleggers en corporaties. Daarvoor zou dan een uitzondering gemaakt moeten worden in die zin, dat bestaande situaties niet onder de regels vallen.

Tenslotte meldt de notitie een aantal aandachtspunten. Zo zou door het splitsen in bepaalde wijken te verbieden, een verschuiving kunnen optreden naar andere wijken. Verder gaat de gemeente in op kostendekking van de planvorming en handhaving van het nieuwe beleid. Niet wordt ingegaan op mogelijke planschadeclaims. Door het wegbestemmen van de mogelijkheid een woning in meerdere appartementen te splitsen, zouden eigenaren planschade kunnen leiden, die op grond van artikel 6.1 e.v. Wro door de gemeente vergoed wordt. Uit de notitie blijkt niet dat de gemeente dat risico in kaart heeft gebracht. Bij de vaststelling van het facetbestemmingsplan zal dat aan de orde komen.

Klik hier voor de volledige beleidsnotitie