LJN: BB6039, Rechtbank Rotterdam 8 augustus 2007

Een bewoner heeft schade geleden ten gevolge van het van buitenaf binnendringen van water in het appartement. De bewoner en de VvE verschillen van mening over de aansprakelijkheid van de VvE, waarop de bewoner met een beroep op verrekening de servicekosten inhoudt. MR 1992 is in deze zaak van toepassing. Dat bepaalt in artikel 21 lid 1, dat alle privé gedeelten, met uitzondering van de zich daarin bevindende gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken, zijn voor rekening en risico van de betrokken eigenaars. Lid 2 bepaalt dat het in het eerste lid bepaalde niet geldt voor schade die veroorzaakt is door een evenement dat buiten de betrokken privé gedeelten heeft plaatsgehad (…).

De vraag is, welke schade de VvE dient te vergoeden. De rechter legt het schadebegrip zo uit, dat het moet gaan om schade aan privé gedeelten van het appartement. De rechter is van oordeel, dat gelet op de in het reglement neergelegde afbakening van verantwoordelijkheden en gelet op het gegeven dat het reglement strekt ter bescherming van het gemeenschappelijke belang van de gezamenlijke eigenaars bij de onroerende zaak, welk belang ontbreekt met betrekking tot de inboedel van de afzonderlijke appartementen, niet logisch en in redelijkheid niet aannemelijk is dat de opstellers van het reglement hebben beoogd in artikel 21 lid 2 een grondslag voor aansprakelijkheid van de gezamenlijke eigenaars of de VvE te scheppen voor schade aan roerende (inboedel)zaken in het privé gedeelte van een appartement.

Het beroep op verekening slaagt. De rechter neemt als bindende eindbeslissing aan dat, nu in conventie is komen vast te staan dat de bewoner een vordering heeft op de gezamenlijke eigenaars, en daarmee op de VvE gezien haar hoofdelijke aansprakelijkheid voor de schulden van de gezamenlijke eigenaars, hij op grond van artikel 6:52 BW bevoegd was om de betaling van na 5 juni 2002 opkomende schulden aan de VvE op te schorten totdat zijn vordering zou zijn voldaan. Naar het oordeel van de rechtbank bestaat tussen schuld en vordering van de bewoner voldoende samenhang nu deze beide voortvloeien uit het appartementsrecht van de bewoner en het daaraan van rechtswege verbonden lidmaatschap van de VvE. Gezien deze samenhang was de bewoner ook bevoegd tot verrekening van zijn schuld met haar vordering.

In casu is MR 1992 van toepassing. Daarin is geen verrekeningsverbod opgenomen, al spreekt artikel 6 wel van direct verzuim bij wanbetaling. In artikel 11 lid 3 MR 2006 is een dergelijk verbod wel opgenomen. Aannemelijk is, dat het beroep op verrekening van de bewoner in dat geval niet gehonoreerd zou zijn.

Klik hier voor de volledige uitspraak.