LJN: BI4035, Rechtbank Amsterdam 3 maart 2009

Een gebouwencomplex, bestaande uit drie afzonderlijke woontorens met belendende gebouwen, is als geheel gesplitst in appartementen. De statuten van de akte van splitsing bevatten onder meer een bepaling op grond waarvan de appartementseigenaars van de woontorens bevoegd zijn om met betrekking tot de entree van hun eigen woontoren, voor hun gezamenlijke rekening en risico, te besluiten over onderhoud en/of vernieuwing en/of verfraaiing. Eiseres, de vereniging van eigenaars, vordert in conventie veroordeling van gedaagde, een eigenaar van een appartement dat deel uitmaakt van toren 3, tot betaling van haar aandeel in de renovatiekosten van de entree van toren 3, een en ander ter uitvoering van een daartoe genomen besluit in zowel de vergadering van de eigenaars van toren 3 als in de algemene vergadering van eigenaars. Gedaagde bestrijdt de vordering in conventie door aan te voeren dat de besluiten van zowel de vergadering van toren 3 als van de algemene vergadering ongeldig zijn nu deze in strijd met de wet en/of de statuten zijn genomen. Voor zover de kantonrechter mocht oordelen dat de besluiten niet ongeldig zijn, vordert gedaagde in reconventie vernietiging van de besluiten als bedoeld in artikel 5:130 BW. De kantonrechter wijst de vordering in conventie toe nu het verweer in conventie, dat door de kantonrechter wordt gelezen als een beroep op de nietigheid van een besluit als bedoeld in artikel 5:129 jo 2:14 BW, faalt. Daarnaast wordt gedaagde in haar voorwaardelijke vordering in reconventie niet-ontvankelijk verklaart nu die hoe dan ook te laat is ingesteld.

Klik hier voor de volledige uitspraak.