Door: Kristien K.M. Aerts-de Kok en Yvonne H. van Ballegooijen

Uit de heden op VvErecht.nl besproken uitspraak van Rechtbank Noord-Holland 29 januari 2014 ECLI:NL:RBNHO:2014:482 kan helaas niet worden afgeleid of de VvE ter zake verhaal van de schade voor herstel aan de gebreken aan de gemeenschappelijke gedeelten na renovatie, wel of niet ook ontvankelijk zou zijn geweest, hetgeen de gang naar de rechter wel minder gecompliceerd zou kunnen maken.

In een recente uitspraak van Rechtbank Amsterdam van 12-03-2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:1075 oordeelt de rechtbank daar wel over:

r.o. 4.1 De rechtbank constateert dat zowel het primair als het subsidiair door eisers gevorderde louter betrekking heeft op de rechtsverhouding tussen kopers en [gedaagden] en strekt tot betaling door [gedaagden] van een geldbedrag aan kopers. De VvE behoort niet tot de kopers en heeft ook geen overeenkomst gesloten met [gedaagden]. Het gevorderde kan dan ook in geen geval worden toegewezen jegens de VvE. De positie van de VvE zal verder dan ook buiten beschouwing worden gelaten.

Voor de onderbouwing van die overweging van de rechtbank verwijzen wij hier naar een bespreking van de procespartijen bij gebreken in nieuwe appartementsgebouwen naar het artikel van mr. Mechteld C.E. van der Vleuten en prof. mr. Roel F.H. Mertens ‘Procesbevoegdheid van VvE’s en individuele appartementseigenaars bij gebreken in nieuwe appartementsgebouwen’ van 7 september 2012 in TBR nr. 3, maart 2012, p. 228-235 en op www.vverecht.nl. Onder punt 5.1. van dit artikel is ook de positie van de VvE voor vorderen van vergoeding van schade als gevolg van herstel van gebreken aan gemeenschappelijke gedeelten besproken. Op grond van het geldend recht is de VvE in beginsel niet bevoegd indien en zodra het een goederenrechtelijke handeling betreft en derhalve de handeling niet beperkt is tot beheer van de gemeenschap.

Ook in de hier besproken uitspraak zou de VvE, als deze procespartij zou zijn geweest, in beginsel niet ontvankelijk zijn geweest. Dit zou op grond van artikel 3:305a BW en/ of volmachten van alle individuele eigenaars anders kunnen zijn doch voor de beoordeling daarvan ontbreken de daartoe te beoordelen feiten en omstandigheden.

Wij menen, uit praktisch oogpunt, vooral in geval van grote complexen, dat het wel de voorkeur zou hebben als de VvE, als enige procespartij zou kunnen optreden en niet ook alle individuele leden afzonderlijk hun medewerking dienen te verlenen in geval van bijvoorbeeld een vordering tot vergoeding van schade ter zake een gebrekkig uitgevoerde renovatie van gemeenschappelijke gedeelten, waarvan de leden bij koop mochten verwachten dat deze renovatie deugdelijk zou zijn uitgevoerd. Volstaan zou moeten kunnen worden met de machtiging van het bestuur door de vergadering van eigenaars tot het instellen van de rechtsvordering. Dit is alleen op grond van het recht voor die vordering veelal niet mogelijk. In dat geval moeten alle leden wel hun medewerking verlenen, hetgeen ons inziens het aanhangig maken van een procedure onnodig gecompliceerd maakt indien en zodra de vergoeding wel de gezamenlijke eigenaars van het gebouw ten goede zal komen.