Rechtbank Amsterdam | 25 september 2013 | ECLI:NL:RBAMS:2013:6687

De opvolgend eigenaar is in zijn algemeenheid niet aansprakelijk voor bouwkundige gebreken aan gemeenschappelijke gedeelten, die veroorzaakt zijn door wijzigingen die zijn aangebracht door zijn rechtsvoorganger. De rechtbank laat daarbij meewegen, dat de rechtsopvolgend eigenaar te goeder trouw was en kennelijk zelf ook niet van de gebreken op de hoogte was. De huidige eigenaren dienen de herstelkosten conform hun onderlinge breukdelen te betalen.

Volgens de rechtbank is artikel 16 van het modelreglement ‘in zijn algemeenheid’ niet van toepassing op de rechtsopvolger van de aansprakelijke eigenaar. Dat artikel bepaalt, dat iedere eigenaar en gebruiker tegenover de andere eigenaars en gebruikers aansprakelijk is voor de schade toegebracht aan de gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken (…) voor zover deze schade (…) veroorzaakt is door de schuld van hemzelf of van zijn huisgenoten of zijn personeel en dat hij verplicht is voor zover dit redelijk is maatregelen te nemen of te dulden die de strekking hebben bedoelde schade te voorkomen. Nu de opvolgend eigenaar in casu kennelijk niet aansprakelijk is, kan mogelijk de voorgaande eigenaar nog door de VvE worden aangesproken.

Interessant aan deze uitspraak is verder de feitelijke gang van zaken die leidde tot de opdrachtverstrekking voor het herstel. Eén van de eigenaars gaf opdracht tot het verrichten van de werkzaamheden in de slapende VvE.  De eigenaar die dat ziet gebeuren, maar niet wijst op de besluitvorming en opdrachtverstrekking die volgens het reglement van splitsing door de VvE moet plaatsvinden, kan zich onder omstandigheden achteraf  in redelijkheid niet beroepen op de afwezigheid van die besluitvorming volgens de rechtbank. Van belang daarbij was, dat de werkzaamheden dringend noodzakelijk waren. Het feit dat deze andere eigenaar er naar nu blijkt ten onrechte van uit ging, dat de kosten uitsluitend gedragen zouden worden door de uitvoerend eigenaar als rechtsopvolger van de aansprakelijke partij, maakt dat volgens de rechtbank niet anders.

Volledige uitspraak: Rechtbank Amsterdam | 25 september 2013 | ECLI:NL:RBAMS:2013:6687