LJN: BX4533,Sector kanton Rechtbank Haarlem 27 juli 2012

De eigenaar met de absolute meerderheid van stemmen in een VvE met 6 woonappartementen en zes bergingen stemt zonder nadere motivering tegen alle voorliggende besluiten. Daardoor wordt het financieel verslag 2011 niet vastgesteld, wordt geen décharge verleend, wordt een tegenvoorstel tot het afgeven van een nieuwe periodieke machtiging aan de administrateur tot het in gang zetten van incassohandelingen bij geconstateerde nalatigheid in de betaling van servicebedragen verworpen, wordt de begroting 2012, met gelijkblijvende maandlasten voor de leden, verworpen, wordt een voorstel tot verbetering van het grindpad bij het appartementencomplex verworpen, wordt een voorstel tot hertaxatie van de herbouwwaarde in verband met dreigende onderverzekering verworpenen wordt tenslotte een voorstel tot verdere doorvoering splitsing water en elektra verworpen. Op dezelfde dag ‘ontslaat’ de groot eigenaar eigenhandig en kennelijk met de bedoelding namens de VvE te handelen de externe beheerder.

De besluiten worden vernietigd in deze uitspraak. De kantonrechter overweegt dat op grond van het bepaalde bij artikel 2:15 BW in samenhang met artikel 5:130 BW een besluit van een orgaan van de VvE kan worden vernietigd wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW wordt vereist. Van vernietigbaarheid is sprake als een besluit naar inhoud of totstandkoming in strijd is met de genoemde gedragsregel.

Vervolgens stelt de kantonrechter vast dat niet weersproken is dat de onderhavige besluiten zijn genomen telkens nadat de groot eigenaar zonder enige motivering had tegen gestemd. Door het achterwege laten van enige motivering handelt de groot eigenaar in strijd met de in artikel 2:8 BW genoemde redelijkheid en billijkheid. Nu de groot eigenaar zonder enige motivering en dus in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid telkens heeft tegen getemd, is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van de situatie waarin de groot eigenaar als eigenaar met de meerderheid van stemmen wordt bevoordeeld en dat hij misbruik heeft gemaakt van zijn meerderheidsmacht binnen de VvE. Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat de onderhavige besluiten zijn genomen in strijd met de vereiste redelijkheid en billijkheid. De onderhavige besluiten zijn op die grond vernietigd.

Wat opvalt, is dat de kantonrechter doorslaggevend gewicht lijkt toe te kennen aan het ontbreken van iedere nadere motivering bij de tegenstemmen. Dat acht ik correct, omdat het uitoefenen van het stemrecht per definitie het recht inhoudt tegen te stemmen. De eisen van de redelijkheid en billijkheid brengen evenwel mee, dat dat niet zonder meer geschiedt en dat bij het uitbrengen van een meerderheidsstem die besluitvorming belemmert een dragende motivering van de groot eigenaar verwacht mag worden. Het hoeft namelijk niet op voorhand zo te zijn, dat de tegenstem van de groot eigenaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daar kunnen onder bepaalde omstandigheden redenen denkbaar voor zijn, bijvoorbeeld omdat de voorliggende besluiten in strijd zijn met met de akte of het reglement of wegens strijd met eerdere besluitvorming. Door echter iedere motivering achterwege te laten en zonder meer tegen te stemmen, is het voor de minderheid niet inzichtelijk welk besluiten in plaats van de afgestemde besluiten dan wél aanvaardbaar zouden zijn voor de groot eigenaar. Nu vast staat, dat tenminste enkele van de besluiten jaarlijks genomen moeten worden (zoals het vaststellen van de jaarrekening) en eveneens vast staat, dat met de tegenstem van de groot eigenaar de statutair verieste meerderhied van stemmen niet behaald kan worden, mag inderdaad enige motivering bij een tegenstem niet ontbreken. Mijns inziens is de vernietiging van de besluiten waarbij afwijzend is beslist op alle voorliggende agendapunten dan ook terecht en op goede gronden uitgesproken.

Maar wat is rechtens na deze vernietiging? Hoe moet de VvE nu verder? Een vernietigd besluit wordt geacht nooit bestaan te hebben. De besluiten waarvan het kennelijk wenselijk of zelfs noodzakelijk is dat die genomen worden, zullen derhalve andermaal in de ALV in stemming moeten worden gebracht. Met de uitspraak van de rechter in het achterhoofd, zal de groot eigenaar niet kunnen volstaan met wederom een ongemotiveerde tegenstem, waardoor een herhaling van zetten zou optreden. Doet hij dat toch of komt er wel een motivering bij diens tegenstem, maar kan die evenmin als dragend en aanvaardbaar worden beschouwd, bijvoorbeeld omdat de tegenstem wordt aangewend om een ander resultaat te bereiken dan wat het betreffende besluit beoogt  (vergelijk  het leerstuk van détournement de pouvoir in het publiekrecht), dan nog kan een vernietiging wederom plaatsvinden. Maar ook dan zouden in de plaats daarvan nog geen geldige, positieve besluiten tot stand komen.

In een dergelijk geval zou een vervangende machtiging ex artikel 5:121 BW mogelijk uitkomst kunnen bieden. Dat is mogelijk als de rechter van oordeel is dat artikel 5:121 BW óók betrekking heeft op het ‘overrulen’ van onaanvaardbare stemmen. De tekst van artikel 5:121 BW lijkt niet in die richting te wijzen, want daar wordt gesproken van ‘het verrichten van een bepaalde handeling met betrekking tot gedeelten die niet bestemd zijn als afzonderlijk geheel gebruikt te worden’. Het artikel lijkt daarmee op feitelijke handelingen te doelen, niet op rechtshandelingen of het uitoefenen van het stemrecht. Of artikel 5:121 BW laatstbedoelde handelingen desalniettemin mede omvat is dus maar de vraag. Afwijzend oordeelde de sector kanton Rechtbank Dordrecht op 28 oktober 2010 (LJN BP2154, ook met noot op vverecht.nl) dat de machtiging ex artikel 5:121 BW niet bedoeld is om besluitvorming in de vergadering van eigenaars te bewerkstelligen. De procedure ex artikel 5.121 BW leent zich volgens deze rechter niet voor het verkrijgen van een machtiging om namens een ander in de vergadering van eigenaars te stemmen. Bevestigend oordeelde echter Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 10 januari 2006 (LJN: AV5171, ook met noot op vevrecht.nl). Daar vat het hof de vervangende machtiging op als een machtiging om namens een ander in de ALV een stem uit te kunnen oefenen. Ingevolge dat arrest zou de vervangende machtiging in deze casus uitkomst kunnen bieden. In de uitleg van de sector kanton rechtbank Dordrecht niet. Het lijkt erop, dat onder deze omstandigheden een effectief beheer van de VvE vereist dat indien besluitvorming gefrustreerd wordt op een wijze of op gronden die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn, de rechter desverzocht tevens een vervangende machtiging moet kunnen geven aan de overige leden van de VvE om de betreffende besluiten alsnog positief te kunnen nemen.

Deze zaak is vergelijkbaar met LJN: BJ6989,Sector kanton Rechtbank Utrecht 30 maart 2009 en LJN BQ7678, Sector kanton Rechtbank Maastricht 16 mei 2011. Beide uitspraken zijn met noot op VvERecht.nl te vinden

Klik hier voor de volledige uitspraak.