Op 17 januari 2012 is Redema “VvE” BV h.o.d.n. Redema VvE te Nieuwegein door de rechtbank in Utrecht failliet verklaard.  De gefailleerde vennootschap zou gelden van VvE’s hebben doen overmaken naar bankrekeningen op haar naam. Voorshands moet er rekening mee gehouden worden, dat de curator in het faillissement in dat geval verplicht is deze banktegoeden te rekenen tot het vermogen van de failliete vennootschap. De betreffende VvE’s zouden uit hoofde van de beheerovereenkomst in dat geval weliswaar direct een aanspraak op terugbetaling uit het faillissement hebben. Echter, vanwege het faillissement zou dat een concurrente vordering tot terugbetaling opleveren, welke zij ter verificatie bij de curator kunnen indienen. In dat geval worden de door de beheerder beheerde bedragen uitgekeerd aan de VvE’s voor zover de stand van de boedel dat toelaat. De wet geeft de VvE in dit geval geen preferente positie boven andere schuldeisers.

Het plaatsen van gelden van de VvE op een rekening ten name van een externe beheerder/bestuurder kan het risico in het leven roepen dat de VvE haar geld grotendeels kwijt is door het faillissement van degene op wiens naam de bankrekening staat.  Om die risico’s te voorkomen bepalen de modelreglementen 2006 (artikel 43), 1992 (artikel 43), 1983 (artikel 43) en 1973 (artikel 42), dat het bestuur verplicht is de gelden van de VvE te deponeren op een bankrekening ten name van de VvE.  Ook dan is het mogelijk om een externe beheerder toegang te verlenen tot de gelden van de VvE door het verstrekken van een herroepelijke betalingsvolmacht, die bovendien beperkt kan zijn tot een bepaald maximum bedrag.

Het is de vraag wie aansprakelijk gehouden kunnen worden voor de gevolgen van het handelen in strijd met deze bepalingen. Denkbaar is dat de bestuurders van de VvE niet hebben gehandeld volgens hetgeen van een zorgvuldig handelend bestuurder verwacht mag worden. De modelreglementen leggen een verplichting op aan het bestuur als orgaan van de VvE. Daarnaast kan worden onderzocht in hoeverre de bestuurders / aandeelhouders van de failliete beheerder aansprakelijk gehouden zouden kunnen worden. Zij treden immers op als professionele VvE beheerder en moeten uit dien hoofde geacht worden bekend te zijn met de inhoud van de modelreglementen en de hiervoor vermelde verplichting van het bestuur. De zorgplicht welke de beheerovereenkomst op hen legt zou met zich kunnen brengen, dat zij een actieve plicht hebben om zich te onthouden van het doen stallen van gelden van de VvE op rekeningen welke niet ten name van de VvE staan. Verder is niet ondenkbaar, dat een vordering tot schadevergoeding van de VvE jegens de bestuurders / aandeelhouders van de failliete beheerder eveneens op onrechtmatige daad gebaseerd kan worden. Met de zoekfunctie op VvERecht.nl zijn artikelen en uitspraken te vinden over aansprakelijkheid van de bestuurder / beheerder van de VvE.

Of de VvE’s in kwestie hun geld van de curator terugkrijgen is nog ongewis. Er zijn voor zover bekend nog geen openbare faillissementsverslagen beschikbaar, zodat evenmin kenbaar is welk standpunt de curator en rechter- commissaris in deze kwestie innemen.

mr. Richard P.M. de Laat is advocaat te Utrecht bij De Advocaten van Van Riet waar hij als partner verbonden is aan de sectie vastgoed.