LJN: BL5205,Sector kanton Rechtbank Dordrecht 11 februari 2010

Het reglement van een VvE bevat twee bepalingen ten aanzien van verbouwingen. Artikel 10 lid 6 bepaalt dat het eigenaars of gebruikers niet toegestaan is verbouwingen te verrichten zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het bestuur. Artikel 7 bepaalt dat voor verbouwingen die het architectonisch uiterlijk aantasten toestemming van de ALV vereist is.  In de ALV is vevolgens besloten dat alle goedkeuringen voor verbouwingen, ook als die het architectonisch uiterlijk aantasten, door het bestuur worden verleend na voorafgaand een advies van een architectuur commissie.  Daarbij heeft de ALV tevens bepaald, dat overige leden bezwaar kunnen maken tegen die toestemming.  Eén van de bewoners vraagt toestemming voor een verbouwing, die in eerste instantie geweigerd wordt en vervolgens tot twee keer toe verleend wordt, maar daarna weer wordt ingetrokken na bezwaren van overige bewoners. Daarop verzoekt de bewoner om vervangende machtiging van de kantonrechter om de verbouwing te mogen uitvoeren.

De kantonrechter verleent de vervangende machtiging. Vast staat, dat de verbouwing in kwestie het architectonisch uiterlijk van het gebouw aantast. Daarom is uitsluitend de ALV bevoegd om de toestemming te verlenen en niet het bestuur. De ALV is het hoogste orgaan in de VvE. Het Modelreglement biedt niet de mogelijkheid dat een bevoegdheid die krachtens het reglement aan de ALV is voorbehouden wordt gedelegeerd aan het bestuur, aldus de kantonrechter. Bovendien wordt door het bestuur een bezwaarprocedure geïntroduceerd. Bij een verzoek ex artikel 7 van het splitsingsreglement, waarvan de beoordeling aan de ALV voorbehouden is, zou, indien de redenering van het bestuur gevolgd zou worden, die ALV geen rol (kunnen) spelen en zou het bezwaar van slechts één bewoner tot een afwijzing van het verzoek (kunnen) leiden, terwijl daar in de ALV een gewone meerderheid van stemmen voor benodigd zou zijn. Een dergelijke ingreep is in strijd met het splitsingsreglement zodat aan de bezwaren bewoners, die zijn gericht op de architectonische aantasting, terwijl er geen constructieve bezwaren meer zijn, in het onderhavige geval geen rol kunnen spelen. Deze bezwaren vallen immers buiten het bestek van artikel 10 lid 6 en kunnen op grond van artikel 7 niet worden ingediend, aldus de kantonrechter.

Ik ben het eens met het oordeel van de kantonrechter dat delegatie niet mogelijk is omdat het strikte karakter van een splistingsreglement zich verzet tegen een andere uitleg. In dit geval is dat des te meer de juiste uitleg, omdat de bezwaarprocedure de wil van de vereiste gewone meerderheid in de ALV zou kunnen doorkruisen. Dat is echter niet altijd even duidelijk. In voorkomende huishoudelijk reglementen wordt aan het bestuur verdergaande bevoegdheden toegekend dan die, welke uit het splistingsreglement blijken. Indien deze uitspraak wordt gevolgd, dan zou het bestuur slechts die bevoegdheden van de ALV kunnen uitoefenen, indien het reglement zelf per bepaling of in algemene zin bepaalt, dat delegatie mogelijk is.  Met het oog op de rechtszekerheid  die het reglement beoogt te dienen is dat wenselijk. Uit praktische overwegingen (de ALV vergadert doorgaans maar één of twee keer per jaar), zou de mogelijkheid van delegatiebesluiten wenselijk kunnen zijn.

In deze zaak miste de beoogde delegatie effect. De vraag is evenwel, of dat moet leiden tot het verlenen van de vervangende machtiging. Uit de uitspraak blijkt niet, dat aan de ALV om toestemming is gevraagd. Daarom zou deze vraag alsnog aan de ALV moeten worden voorgelegd. Artikel 5:121 lid 1 BW bepaalt in de laatste zin, dat de vervangende machtiging kan worden verleend indien de toestemming van de ALV ‘zonder redelijke grond wordt geweigerd’. Er is geen besluit tot weigering van de ALV en ook blijkt niet, dat de ALV zich zonder redelijke grond niet uitspreekt over de kwestie. Zo bezien is niet voldaan aan de vereisten voor de hier verleende vervangende machtiging.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

mr. Richard P.M. de Laat is advocaat te Utrecht bij De Advocaten van Van Riet waar hij als partner verbonden is aan de sectie vastgoed.