Iedere VvE neemt deel aan het economisch verkeer. Vaak gaan met opdrachten van VvE aan derden grote bedragen gemoeid. Het is om die reden van belang het volgende te weten:
a. Aan wie kunnen bevoegdheden tot vertegenwoordiging van de VvE worden toegekend?
b. Waaruit kan de samenstelling van het bestuur blijken?
c. Wat kunnen de bevoegdheden van een bestuur/ bestuurder zijn?

ad a. Aan wie kunnen bevoegdheden tot vertegenwoordiging van de VvE worden toegekend?

Bevoegdheden tot vertegenwoordiging kunnen worden toegekend op grond van het volgende.

1. Het bestuur van de VvE wordt gevormd door één bestuurder, tenzij de statuten bepalen dat dit er twee of meer zullen zijn, artikel 5:131 lid 1 BW. Het bestuur wordt door de vergadering van eigenaars al dan niet uit de leden benoemd en kan te allen tijde door haar worden geschorst of ontslagen, waarvoor ik verwijs naar artikel 5:131 lid 2 BW. Dit geldt niet voor de administratief beheerder die niet als bestuurder is aangesteld. Dit betreft veelal alleen een overeenkomst van opdracht, die met in achtneming van de opzegtermijn moet worden opgezegd door het bevoegde orgaan, veelal de vergadering van eigenaars van de VvE.

2. Artikel 5:133 BW bepaalt dat bij belet of ontstentenis van het bestuur, deze wordt vervangen door de voorzitter van de vergadering, tenzij in de statuten of door de vergadering een andere voorziening is getroffen. De voorzitter treedt ook op bij tegenstrijdige belangen tussen de bestuurder en de VvE.

3. Op grond van het bepaalde in artikel 5:135 jo. artikel 45 lid 4 BW, kan het reglement ook andere personen dan bestuurders bevoegdheden kunnen toekennen.

ad b. Waaruit kan de samenstelling van het bestuur blijken?

De VvE is een rechtspersoon, die een verplichting tot inschrijving in het handelsregister heeft. De VvE moet als gevolg daarvan ook wijzigingen zoals bestuurswisselingen en statutenwijzigingen doorgeven aan de Kamer van Koophandel. Het niet opgeven van de (gewijzigde) registratie met betrekking tot de onderneming en rechtspersonen is gesanctioneerd onder de Wet Economische Delicten (WED). Anders dan andere rechtspersonen, hoeven de VvE het handelsregisternummer op het briefpapier niet te vermelden, aangezien aan een VvE geen onderneming toebehoort. De samenstelling van het bestuur dient dan ook te blijken uit het handelsregister.

ad c. Wat kunnen de bevoegdheden van een bestuur / bestuurder zijn?

De bevoegdheid van het bestuur strekt niet verder dan blijkt uit de toepasselijke akte van splitsing en de besluiten van de vergadering van eigenaars. De diverse modelreglementen bevatten tal van bepalingen die het bestuur beperken. Hiervoor wordt verwezen naar de diverse model reglementen van het Koninklijk Notarieel Broederschap. Aanvullend kan het bestuur worden beperkt middels besluiten van de vergadering van eigenaars. Onder artikel 5:131 lid 4 BW is voor de bestuurder van de VvE bepaald dat bij besluit van de vergadering van eigenaars in de taak van de bestuurder (onder meer het beheer van de middelen der vereniging) steeds zal kunnen worden ingegrepen en dat hem aanwijzingen met betrekking tot de uitoefening van zijn taak kunnen worden gegeven. Hieruit vloeit voort dat de vergadering van eigenaars ook een commissie kan benoemen, die tot taak heeft, toezicht uit te oefenen op de door de vergadering van eigenaars aan de bestuurder opgedragen werkzaamheden en deze te controleren.

Verder volgen de nodige beperkingen rechtstreeks uit de wet, waaronder behoorlijke vervulling opgedragen taken en een verplichting tot het voeren van een boekhouding. Hiermee verschilt de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een bestuur/ bestuurder van een VvE met die van een directeur van een BV of NV. Deze laatste heeft een meer zelfstandige positie dan de bestuurder.  De directeur van een vennootschap is krachtens de bepalingen van Boek 2 BW, behoudens beperkingen volgens de statuten belast met het besturen van de vennootschap en met haar vertegenwoordiging in en buiten rechte. Hieruit mag worden afgeleid dat hij zich, tenzij de statuten anders bepalen, bij de uitvoering van die taak geen bepaalde gedragslijn door aandeelhoudersvergadering behoeft te laten voorschrijven, al is hij natuurlijk wel verantwoording van zijn beheer verschuldigd. Hetzelfde geldt voor het bestuur van een gewone vereniging. Dit zogenaamde richtlijnstelsel van artikel 2:45 lid 3 BW is niet op de VvE van toepassing. Dit blijkt uit artikel 5:124 lid 2 en 3 BW.

Waarom?

Als gevolg van twee belangrijke verschillen met de gewone vereniging:

  • Het gedwongen lidmaatschap van een appartementseigenaar van de VvE.
  • De persoonlijke aansprakelijkheid van de leden van de VvE ( artikel 5: 113 BW).

Indien nu het bestuur zonder enige beperking overeenkomsten met derden zou aangaan, zonder dat onbevoegdheid aan haar kan worden tegengeworpen, dan kan dit tot relatief hoge aansprakelijkheid van de leden leiden, appartementsrechten zouden onverkoopbaar blijken te zijn en de positie van de hypotheekhouders kan onzeker worden. Ter bescherming van onder meer deze omstandigheden is de vertegenwoordiging van de VvE beperkt.