Stel: tijdens de Algemene Leden Vergadering (ALV) is een besluit genomen tot renovatie van het gebouw. Besloten is tot vervanging van de kozijnen. Er is een aannemer gevonden die de kozijnen zal vervangen en de kosten ertoe zijn besproken en akkoord bevonden door de ALV met een meerderheid van stemmen.

Twee maanden na deze vergadering en derhalve nadat het besluit is genomen blijkt echter, dat onjuiste informatie is verstrekt door het bestuur en dat er helemaal geen noodzaak bestaat voor vervanging van de kozijnen daar zij nog een levensduur hebben van 20 jaar.

Om een besluit genomen door de vergadering te vernietigen dient u een verzoek in te dienen bij de kantonrechter binnen één maand nadat de verzoeker kennis heeft genomen of heeft kunnen nemen van het besluit ex artikel 5:130 lid 2 BW. Indien deze termijn is verstreken is het besluit juridisch onaantastbaar.

De wet voorziet niet expliciet in de mogelijkheid om op grond van dwaling, misleiding of anderszins alsnog na ommekomst van die termijn het besluit aan te vechten. Naar aangenomen moet worden, heeft de wetgever het belangrijker geacht dat tussen de appartementseigenaren na het verstrijken van de termijn van één maand rechtszekerheid bestaat over hun onderlinge rechten en plichten. Dat is ook in algemene zin in het belang van de VvE. Voorkomen moet immers worden, dat onomkeerbare handelingen plaatsvinden met alle kosten van dien, zoals de uitvoering van het hierboven omschreven groot onderhoud, terwijl nog onzekerheid bestaat over de vraag of het daaraan ten grondslag liggend besluit wel definitief is.

Is er dan helemaal niets wat hiertegen kan worden ondernomen?

Allereerst moet worden onderzocht of, indien de nu beschikbare informatie wel bekend was geweest bij de overige leden, zij dan niet vóór het besluit zouden hebben gestemd. Indien aannemelijk is, dat een meerderheid van de leden dan niet had ingestemd met de renovatie dan zou op grond van artikel 45 lid 3 van het Modelreglement bij splitsing van appartementsrechten van 2006 (MR 2006) een schriftelijk verzoek gedaan kunnen worden aan het bestuur, om een vergadering te houden met als agendapunt herroepen/intrekken van het besluit tot renovatie van de kozijnen. Voor een dergelijk verzoek is vereist, dat het wordt gedaan door een aantal eigenaars dat tenminste 10% van de stemmen kan uitbrengen in de ALV. Het bestuur moet binnen 3 weken een vergadering bijeenroepen en de herstemming agenderen. Doet zij dit niet dan kunnen de verzoekers zelf een vergadering bijeenroepen. Overigens kennen andere modelreglementen zoals MR 1992 eenzelfde regeling.

Besluit de ALV van de VvE in deze nieuwe vergadering tot herroeping van het besluit, dan gaat wederom een termijn van een maand lopen. Er moet rekening mee worden gehouden, dat teleurgestelde leden van de VvE, die eerst vóór de renovatie stemden, dat nieuwe besluit nu op hun beurt aan de rechter zullen willen voorleggen. Op grond van artikel 2:15 jo 2:8 BW kan de kantonrechter een meerderheidsbesluit van de VvE echter slechts vernietigen, indien moet worden geoordeeld dat dat besluit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Dat betekent, dat de rechter terughoudend moet toetsen en dat de vergadering dus een redelijk ruime marge heeft. Dat is ook logisch, want het is de gemeenschap van eigenaren zelf die beslist omtrent het beheer en onderhoud van het gebouw. Indien aan het nieuwe besluit een zorgvuldige onderbouwing ten grondslag ligt, waaruit blijkt dat de eerder besloten vervanging niet noodzakelijk is, dan zal de rechter niet snel oordelen dat de meerderheid van de ALV een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar besluit heeft genomen. Zou de kantonrechter daar toch toe overgaan, dan zou daarmee de op feiten gebaseerde wil van de meerderheid in de VvE terzijde geschoven worden en de wil van de minderheid (die uitgaat van de situatie voor dat de nieuwe informatie bekend was) prevaleren.

In elk geval is hoger beroep mogelijk van de beschikking van de kantonrechter binnen één maand na de dagtekening ervan, zie artikel 5:130 lid 3, laatste zin. Het hoger beroep wordt behandeld bij het gerechtshof waaronder de rechtbank, sector kanton in eerste aanleg ressorteert.

Mocht het bestuur ondertussen toch uitvoering willen geven aan het besluit dan mogelijk in kort geding een verbod worden gevorderd om het moment waarop de nieuwe ALV heeft plaatsgevonden feitelijke handelingen of rechtshandelingen te verrichten voor zover deze direct of indirect zijn gebaseerd op het tijdens de vergadering genomen besluit, op straffe van een dwangsom. Een dergelijk kort geding kan alleen dan slagen, indien voorshands voldoende aannemelijk is, dat de ALV een besluit genomen heeft op basis van onjuiste of onvolledige informatie, waarbij tevens wordt aangetoond, bijvoorbeeld aan de hand van een handtekeningenlijst, dat zodra een nieuwe ALV wordt gehouden, het zeer waarschijnlijk is, dat dan het eerder besluit op basis van de nieuwe informatie zal worden herroepen.

Een andere mogelijkheid is te onderzoeken in hoeverre het besluit nietig is. Dat zou onder meer het geval zijn, indien de het herstel en de vervanging van de kozijnen krachtens de akte of het reglement niet behoort tot de taken van de VvE, of indien de wijze waarop de kosten over de appartementen verdeeld wordt in strijd is met de verdeelsleutel uit de akte. Is en besluit nietig in de zin van artikel 5:129 jo 2:14 BW, dan zal de rechter op vordering van een of meerder appartementsgerechtigden verklaren voor recht, dat dat zo is. Vooruitlopend daarop kan ook hier het bovenstaand verbod in kort geding gevorderd worden.

Daarbij moet steeds bedacht worden, dat de besluitvorming uitsluitend de relatie tussen de VvE en haar leden betreft. Heeft het bestuur van de VvE al een onvoorwaardelijke overeenkomst gesloten met de aannemer, daartoe gerechtigd op grond van het eerste besluit, dan laat de intrekking of zelfs de nietigheid van het eerste besluit onzes inziens de gelding van die overeenkomst onverlet. Met andere woorden: de VvE is en blijft gebonden aan dat contract. Wil de VvE daar toch van af, dan kan zij schadeplichtig zijn, bijvoorbeeld in de vorm van winstderving en reeds gemaakte kosten door de aannemer. Dat is een belang wat uiteraard afgewogen moet worden alvorens tot intrekking wordt overgegaan: weegt het belang van instandhouding van de kozijnen voor de resterende levensduur ervan op tegen de kosten die de VvE nu maakt met de afkoop van de reeds aangegane verplichtingen?

Het voorgaande laat uiteraard onverlet, dat indien het bestuur onder de gegeven omstandigheden de verplichtingen met derden toch aangaat en weigert de nieuwe besluitvorming af te wachten, dit onder omstandigheden moet kunnen worden aangemerkt als onzorgvuldig bestuur, hetgeen kan leiden tot aansprakelijkheid van het bestuur voor de schade die de VvE tengevolge van deze onzorgvuldige handelwijze lijdt.

Kortom: beslist is beslist. Wie de termijn laat verlopen, moet het besluit als onherroepelijk aanvaarden. Ook als achteraf blijkt, dat het besluit mogelijk niet het juiste was. Slechts als de ALV tot intrekking of herroeping overgaat of indien sprake is van een nietig besluit kan dat anders zijn. Bedenk echter wel, dat de hierboven omschreven gevallen uitzonderingssituaties zijn en dat in dat geval steeds moet worden afgewogen of de baten van herroeping opwegen tegen de kosten ervan.