Gerechtshof  ‘s-Gravenhage | 15 maart 2011 | ECLI:NL:GHSGR:2011:BP8059

De schuld van de VvE aan de Gemeente voor de kosten die samenhangen met  de in de aanschrijving betrokken werkzaamheden aan de gemeenschappelijke delen van het gebouw, dient ingevolge het hierboven weergegeven systeem intern te worden aangemerkt als een schuld die voor rekening komt van de gezamenlijke appartementseigenaars. Het betreft immers kosten voor de instandhouding van het gemeenschappelijke gedeelte en ingevolge artikel 5:108, eerste lid, BW zijn de appartementseigenaars jegens elkander verplicht – kort gezegd – het gebouw in stand te houden. Dit betekent dat de VvE met de gezamenlijk aansprakelijke appartementseigenaars hoofdelijk verbonden is op grond van artikel 5:113, vierde lid, BW. Vaststaat dat de VvE de kosten niet aan de Gemeente heeft betaald. Het betoog van de eigenaar dat de VvE verhaal biedt vanwege haar bevoegdheid op grond van artikel 5:126, derde lid, BW de leden in rechte aan te spreken acht het hof te dezen niet relevant.

Ingevolge artikel 5:113, vijfde lid, BW kan de schuldeiser, in dit geval de Gemeente, de appartementseigenaars rechtstreeks hoofdelijk aanspreken. Het gaat in casu om de betaling van een geldsom. Die prestatie is deelbaar, hetgeen meebrengt dat iedere eigenaar naar de interne verhouding aansprakelijk kan worden gehouden. Dat het kosten zijn die voortvloeien uit de uitoefening van bestuursdwang (in dit geval de kosten van de aannemer en overige kosten) maakt dat niet anders, aangezien dit naar burgerlijk recht de aard van de prestatie, het betalen van een geldsom, niet aantast. Dat de verschuldigde kosten ingevolge de Awb invorderbaar zijn van de overtreder, zet de regeling in het BW voor het verhaal van geldbedragen die voor rekening van de gezamenlijke appartementseigenaars komen niet opzij.

Volledig arrest Gerechtshof  ‘s-Gravenhage | 15 maart 2011 | ECLI:NL:GHSGR:2011:BP8059